Libelle, Editie 5, 2021 (20 januari 2021)
“Gaandeweg ontdekte ik dat er een bloeiende handel in kinderen bestond”
Roelie Post (61) is politicoloog en werkte jarenlang voor de Europese Commissie in Brussel. Doordat ze wijdverbreide corruptie bij internationale adopties aan de kaak stelde, moest ze voor haar veiligheid Brussel ontvluchten.
“Toen ik er op een gegeven moment helemaal doorheen zat, adviseerde een vriendin me om een blok met post-its te kopen. En dan de naam van elk kind dat ik heb kunnen redden uit handen van de adoptiemaffia, op een briefje te schrijven – en die allemaal op de muur te plakken. Het was een goede tip. Want ja, als ik er bewust bij stilsta, ben ik trots op wat ik heb bereikt. Maar het is ook moeilijk om dat gevoel vast te houden als je alles bent kwijtgeraakt: mijn baan, mijn leven in Brussel, waar ik jaren heb gewoond en al mijn sociale contacten had. Toch probeer ik mezelf er af en toe aan te herinneren wat mijn strijd heeft opgeleverd: hervorming van de kinderbescherming in Roemenië, het sluiten van erbarmelijke kindertehuizen en een internationale adoptiestop voor kinderen uit dit land.
Ik ben altijd een idealist geweest. Iemand met dromen, met het verlangen het goede te doen. In 1983 ging ik met dat gevoel voor de Europese Commissie werken. Ik geloofde in Europa, en het voelde geweldig om daar een bijdrage aan te kunnen leveren. Op een dag kreeg ik het ‘Roemenië-dossier’ aangeboden. Ik werd verantwoordelijk voor het toezicht op het naleven van de kinderrechten, en was belast met het verbeteren van de situatie in de kindertehuizen. Gaandeweg ontdekte ik dat er een bloeiende handel in kinderen bestond, waar veel geld in omging. Zo bleek Roemenië honderden adoptieorganisaties te hebben, veelal in handen van criminelen. Van die louche figuren in dikke BMW’s, die veel geld verdienden aan internationale adopties. Vooral naar de VS, Frankrijk, Italië, Spanje en Israël, maar ook naar Nederland. Bij de tehuizen stonden tijdens bezoeken van westerlingen steevast kindjes in mooie kleertjes bij de poorten. Ze moesten de bezoekers aanklampen en smeken of ze mee mochten. Het was een poppenkast, met de kinderen als grote verliezers. Want de noodzaak om al die jongens en meisjes daar weg te halen was er niet meer: er kwamen door onze inzet steeds meer binnenlandse adoptiemogelijkheden, pleeggezinnen en gezinsvervangende tehuizen.
“Het adoptieproces in Roemenië was één grote poppenkast, met de kinderen als de grote verliezers”
Toen de omvang van deze misstanden tot me doordrong, heb ik mijn baas een mail gestuurd. Ik schreef dat deze zaak misschien te groot was voor mij, dat ik bang was dat het mijn leven kapot zou maken. Mijn baas stuurde me een mail terug: ‘Blijf. Jij kunt dit.’ Toen besloot ik ervoor te gaan, en met succes: uiteindelijk zijn er grote hervormingen doorgevoerd, waaronder dus een verbod op internationale adoptie. Maar daarmee had ik mijn hand in een wespennest gestoken. Het bleek dat de macht van de georganiseerde misdaad tot in de hoogste regionen binnen de Europese Commissie reikte, en ik werd van het ene moment op het andere op non-actief gezet. Het voelde alsof ik een mes in mijn rug kreeg; mijn hoogste baas trok haar handen van me af. Ik heb mijn werk uiteindelijk voortgezet met de door mij opgerichte organisatie Against Child Trafficking, maar intussen werd ik bedreigd, achtervolgd en geïntimideerd door louche figuren die zich dag en nacht bij mijn huis ophielden. Met mijn talloze aangiftes bij de politie werd niets gedaan, omdat de Europese Commissie mijn verhaal niet ondersteunde.
Vijf jaar geleden ben ik Brussel ontvlucht, omdat ik bang was voor mijn eigen veiligheid, en neergestreken in een klein dorp in Friesland. Intussen voerde ik een jarenlange strijd voor erkenning van mijn status als klokkenluider. Vorig jaar waren er ineens lichtpuntjes. Toen heeft de Tweede Kamer unaniem een motie aangenomen waarin de regering wordt opgeroepen een oplossing te zoeken voor mijn situatie en voor het probleem van interlandelijke adoptie. Ook heeft de Europese Commissie inmiddels besloten om mij met terugwerkende kracht met vervroegd pensioen te sturen. Het is niet de erkenning waarop ik hoopte, maar financieel gezien red ik het nu in elk geval wel. Een paar maanden geleden ben ik teruggekeerd naar Brussel, naar het huis dat ik destijds in grote haast had verlaten. Dat voelde krachtig. Ik ben niet langer op de vlucht. Stapje voor stapje neem ik weer de regie over mijn leven. Ik word gesterkt door het besef dat ik het goede heb gedaan. Overal is corruptie en misdaad, maar dit ging om kinderen. Mijn eigen dochter was in die tijd zeven; ik kon simpelweg niet wegkijken. En ik weet dat ik, moreel gezien, gewonnen heb. Al heb ik te veel verloren om echt van winst te kunnen spreken.”
STYLING: RONALD HUISINGA. HAAR EN MAKE-UP: ASTRID TIMMER. M.M.V. MEENA: MS MODE (TOP),VIOLETA BY MANGO (JURK), MANGO (PUMPS), GROOTS! (CEINTUUR), SASKIA: MS MODE (T-SHIRT,JEANS, VEST), GROOTS! (SJAAL), ROELIE: MS MODE (TOP, TUNIEK), GROOTS ! (JEANS, VEST)